‘Golf speel je op gras, niet op groen’

door 16 mei 2016

Bron: Greenkeeper Jaargang 27 nr. 4-2016   Auteur: Peter Voskuil

Vakantie? Herbert van Hout haalt een zomertje door. Niet omdat hij onmisbaar is, maar omdat hij geen seconde wil missen van de metamorfose die ‘zijn’ golfbaan Overbrug in Helmond ondergaat. Met zijn collega’s van De Enk uit Renkum heeft de hoofdgreenkeeper vorig jaar nieuwe greens en tees ingezaaid. Nu volgt fase 2. Van Hout over verwachtingspatronen, golfen met lieslaarzen en geel gras.

De hoofdgreenkeeper: ‘In april 2017 werk ik hier twintig jaar. Ik heb de aanleg van de baan nog meegemaakt. Dat is een voordeel, ja. Daarvoor werkte ik op een sportpark met allerlei disciplines, waaronder ook een golfbaantje. Dat heb ik toen zelf aangelegd. Daar ben ik in een paar jaar tijd aan verslingerd geraakt. Ik ben een natuurmens.

Ik heb veel familieleden die in de golfsport zitten. Bij ons thuis werd veel over golf gepraat. Mijn zus trouwde met een professional, Rudy Brown, en zo hebben we de sport leren kennen. Mijn ouders speelden het ook. Mijn broer is hoofdgreenkeeper op de Best Golf & Country Club geweest.

Het probleem met nieuwe banen is dat het verwachtings­patroon altijd heel hoog is

Drainage

We zijn nu drainage aan het aanleggen. Het voordeel van de enorm natte periode die we hebben gehad, is dat je meteen weet hoe het zit met de waterafvoer. Maar dat is dan ook het enige voordeel, want we kregen zo extreem veel water dat we een net ingezaaide fairway nog eens hebben moeten inzaaien. Dat is het voordeel als je alles in eigen hand hebt. Een aannemer heeft deadlines die de workflow bepalen, wij gaan pas aan de slag als de omstandigheden optimaal zijn. Dat is soms frustrerend voor de machinisten, maar de voorman hier gaat gelukkig echt voor kwaliteit. Het heeft ook geen zin om dingen in de nattigheid te maken waarvan je over tien jaar nog spijt hebt. De basis moet goed zijn, anders blijf je repareren.

Wij onderhouden deze baan met zijn vieren. We zitten hier standaard met twee fulltimers en twee parttimers. Sinds januari vorig jaar doen wij ook het onderhoud aan de gebouwen hier. Het probleem met nieuwe banen is dat het verwachtings­­patroon altijd heel hoog is. Vandaag zaaien, over drie maanden spelen op de hoogste kwaliteit gras. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Het blijft natuur waar je mee werkt. Met geduld en lange­termijn­denken bereik je meer. Daarom is het belangrijk dat je constant communiceert wat je visie is.

Als hoofd­­green­­keeper moet je weten waar het heen moet, inzicht hebben in het tijds­bestek waarin je dat gaat realiseren en dat kunnen over­brengen naar je werkgever en je opdracht­gever.

Met de eerste baancommissaris heb ik veel in de clinch gelegen. Dat was nog bij de aanleg. Het heeft twee jaar geduurd voor ik zijn vertrouwen te pakken had. Voor die tijd zagen ze eigenlijk alleen maar een vent die veel geld kost. Ze dachten: het kost alleen maar geld wat die aan het doen is, maar we zien er nog weinig van terug. Maar dat was toen nodig om de goede basis te leggen; daar heb ik in het begin voor moeten knokken, maar we plukken er nu nog de vruchten van. Perfectionist? Nou, ik ben in ieder geval een uitzoeker. Ik geloof niet zomaar wat iedereen zegt. Ik wil zelf dingen ondervinden.

Lieslaarzen

Het idee om uit te breiden bestond al jaren, maar de grond was nooit te koop. Het probleem van de oude baan was dat wij de overgang van enkeerdgrond naar moerasachtige grond hadden. Als je even niet oppaste, kon je alleen maar golfen met lieslaarzen aan.

Ik ben hier ooit over een green heen gereden met pennen van 22 millimeter. Daar ging een lange tijd van problemen aan vooraf, op wat eigenlijk een tijdelijke green was. We konden daar zwem­wedstrijden houden, zó blank stond het daar. Dat had niets meer met golf te maken. We waren beperkt in wat we konden doen, omdat we vaak de baan niet eens op konden met materieel. Dan baal je zo, dat je naar forsere middelen grijpt. Ik wilde een veel betere afwatering op die green. Ik was het zo zat, dat ik dacht: nou gaat ie eraan of hij gaat er niet aan; een van de twee. Ik durf te zeggen dat we dat nu definitief onder controle hebben met de aanleg van de nieuwe baan. We hebben de fairway op dat punt omhoog gebracht, op een heel ander profiel. Daarnaast is een grote waterpartij gemaakt; we hebben nu bijna een hectare water. De club telt 500 trouwe leden, maar moest iets doen voor de toekomst. Als je blijft haken, is de kans groot dat je over tien jaar hier niet meer golft. De tees waren te klein. De baan moet voor de leden uitdagend blijven. Er is getwijfeld over het aanleggen van nog meer holes, maar uiteindelijk is besloten om het gewoon op negen holes te houden. Het manco van de oude baan was dat alles te dicht op elkaar lag; in een straal van 75 tot 100 meter lagen drie, vier greens. Er is bewust voor de tactiek gekozen om alles in één keer aan te pakken. Dan maar even pijn lijden, maar dan ben je er ook vanaf. Het baanontwerp is van Frank Pont. Ik had 36 diepe bunkers. Dat worden er nu minder, maar ze zijn wel groter en heel anders van vorm.

Het idee om uit te breiden bestond al jaren, maar de grond was nooit te koop

Malaise

De economische malaise heeft op deze club relatief weinig invloed gehad. We hebben natuurlijk de concurrentie van De Stippelberg, een grote baan hier verderop, waar wij ook het onderhoud voor verzorgen. Maar dat heeft De Overbrug allemaal goed doorstaan. Onze doelgroep bestaat eigenlijk uit senioren, maar we hebben inmiddels ook honderd jeugdleden. Het gemiddelde spelniveau van het golf schiet de laatste jaren omhoog. Golfers beginnen steeds jonger met de sport en gaan daardoor steeds beter spelen. Ik zie hier jongens van 15 ballen slaan, daar word je bang van. Die jongens slaan zonder problemen 200 meter. De golftechniek, het materiaal, alles wordt beter. Tegelijkertijd worden ook de eisen hoger, maar willen de mensen er minder voor betalen. Ik vind het heel speciaal dat dit hier gebeurt, in deze tijd van bezuinigingen. Overal wordt gezegd: dan maar minder onderhoud. Maar daar ga je de oorlog niet mee winnen. De kwaliteit, de green- snelheid en de uitdaging moeten goed zijn; anders komen mensen niet terug.

Er wordt steeds meer gekeken naar wat er onder grasmat gebeurt en dat vind ik een goede ontwikkeling

Geel

De ontwikkeling is dat we steeds meer equipment krijgen als greenkeepers. Er wordt steeds meer gekeken naar wat er onder de grasmat gebeurt en dat vind ik een goede ontwikkeling. Gras moet gezond zijn. Alles wat ik aan bestrijdingsmiddelen in de kast heb staan, past tegenwoordig in een minibakje. Ik gebruik nauwelijks meer iets en ik ga het ook niet meer doen. Golf speel je op gras en niet op groen. We moeten af van het idee dat gras groen is. Als het nat is, is het groen; als het droog is, is het geel. Ik doe nog steeds veel op het oog en op het gevoel, maar het mooie is dat we nu bevestiging krijgen door te meten. Neem nou het rollen van greens. Ik ben daar een enorme voorstander van, pas dat ook veel toe. Het leuke is dat ik het nu ook kan onderbouwen. Ik ben van de lange termijn. Ik heb hier greens die twintig jaar oud zijn en echt niet gerenoveerd hoeven te worden. Dat is toch een teken dat we goed onderhoud hebben gepleegd, denk ik dan. Ik vind dit super. Ik heb ook nog geen vakantie gehad. Die heb ik helemaal niet nodig. Ik wil het hele proces volgen. Ik ga pas een weekje weg in het najaar, als het af is. Eerder niet.’

Pin It on Pinterest

Share This